Tendensen in leren en ontwikkeling in organisaties
Focus op vakmanschap - doelmatige gesprekken
1. Focus op vakmanschap 2011 - 2015 Aangrijpingspunten voor doelmatige gesprekken Discussiepresentatie – juni 2011 EB management; mjolink@eb-management.nl
2. Het gaat om (macro)doelmatigheid (Macro)doelmatigheid? Eén begrip verschillende invalshoeken en definities. Wij hebben een tweedeling gemaakt conform het actieplan ‘focus op vakmanschap 2011 - 2015’. Economische speerpunten, arbeidsmarkt & portfolio Goede aansluiting tussen de onderwijsvraag, arbeidsmarkt(ontwikkeling) en een effectief en efficiënt georganiseerd en afgestemd portfolio voor de regio. Macrodoelmatigheid De wijze waarop het beroepsonderwijs een kwalitatief goed opleidingenaanbod effectief en efficiënt organiseert (binnen en buiten de eigen organisatiegrenzen). Organisatie, kwaliteit & bedrijfsvoering
3. Macrodoelmatigheid – portfolio en arbeidsmarkt Statische doelmatigheid: dit aspect gaat in op vraag en aanbod. Vaak wordt de vraag van de arbeidsmarkt geconfronteerd met de aanbod vanuit het onderwijs. Andere ‘pools’ blijven onderbelicht evenals beschikbare stuurmechanismen. Dynamische doelmatigheid: de mate waarin instellingen en bedrijven toekomstbehoeften (bijv. verandering in beroepen) kunnen vertalen in de ontwikkeling van opleidingen. Hieronder vallen bijvoorbeeld ook de economische speerpunten van de landelijke en regionale overheid. Kortom: het innovatief vermogen van de instellingen. Beide vormen hebben met name effect op het profiel van de instelling en de focus van de organisatie (meer pull, vraaggericht). Deze aspecten van doelmatigheid zetten de kaders uit (ook: basis voor visie).
4. Doelmatigheid - Organisatie, kwaliteit en bedrijfsvoering Financiële doelmatigheid: kunnen we opleidingen financieel en organisatorisch aanbieden (zie de discussie over kleine opleidingen)? Tevens de discussie over andere organisatievormen (regionaal, landelijk, online, etc). Zie ook de discussie over het inschrijven op domeinen en breed of smal opleiden. Doelmatigheid in termen van kwaliteit en bedrijfsprocessen. In welke mate zijn instellingen in staat jongeren succesvol te brengen naar een diploma of het bewerkstellingen van kwalificatiewinst. We kunnen de methode LeanSix Sigma gebruiken voor het verbeteren van de mate waarin instellingen waarde toevoegen aan het leerproces van de leerling (kwaliteit opleiding, soepele stroom door het onderwijsproces, arbeidsmarktwaarde diploma, etc). Deze vormen van doelmatigheid krijgen veel aandacht. Eigenlijk dienen deze aspecten pas aan bod te komen als de kaders en de visie helder zijn.
6. Risico’s Starten met interne redenatie. ‘Wij vinden’ (denken vanuit aanbod en van binnen naar buiten denken). Handelen zonder cijfers/ feiten. Door gebrek aan goede arbeidsmarktinformatie wordt er – als er informatie is – gekeken naar onderwijsdata. Bijvoorbeeld onderzoek naar aantal leerlingen op een crebo (longtail onderzoek). Risico: gericht op het in stand houden van onderwijs in plaats van het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs voor de regio. Lage focus op arbeidsmarktrelevantie: aanbod denken (push) en ontbreken vraaggericht denken (pull). Men is met name geïnteresseerd in instroom! Te sterke focus op onderwijs en het ontbreken van de ‘stem van de klant’ (leerling en bedrijfsleven). (Nog) een lage focus op regionale afstemming met andere instellingen. Geen aandacht voor bedrijfsprocessen of de vraag werkt de huidige werkwijze nog wel? Geen echte keuze ten aanzien van profiel (wij staan voor, wij zijn sterk in, etc) Geen co-creatie, maar (advies)bureaus die ‘platte analyses’ maken. Beperkte groep mensen betrokken, terwijl de hervormingen vragen om een brede dialoog (intern en extern).